Nationaal Park

Portret Inga Osinga in Nationaal Park Weerribben-Wieden

“Ik woon in Onna, mijn werkplek is in Rams Woerthe; je kunt hier alleen maar wonen en werken als je liefde voor de natuur hebt. Het is all over the place.”

Inge Osinga
Inge Osinga

Inge Osinga is voor Vereniging Hendrick de Keyser coördinator van museumhuizen Rams Woerthe in Steenwijk en Huis Polman in Nagele. De vereniging zet zich in voor zowel de binnen- als de buitenzijde van historische panden verspreid over heel Nederland. Nationaal Park Weerribben-Wieden is haar lust en haar leven: “Zelf woon ik in Onna, mijn werkplek is in Rams Woerthe; je kunt hier alleen maar wonen en werken als je liefde voor de natuur hebt. Het is all over the place.”

Bevoorrecht mens

Inge: “Een van de leukste dingen van het park? Heb je even? Ik voel me een bevoorrecht mens dat ik hier mag wonen en mag werken. Iedere dag word ik midden in de natuur wakker. Zo zag ik vanochtend herten in de tuin. Dat is toch geweldig! En Rams Woerthe is een magische plek. Er bestaat geen tweede van. Het is historisch erfgoed dat zeer nauw verbonden is met de natuur. Binnen en buiten zijn hier nauw verbonden. Ondanks dat Rams Woerthe bijna 125 jaar oud is - het is in 1898 gebouwd - voelt het behaaglijk. Het is een warm huis, het omarmt je. Onze bezoekers ervaren dat net zo. Niet zo vreemd, want ieder mens heeft de natuur in zich.”

Rams Woerthe

De verwondering spat ervan af als Inge vertelt over het grote gebrandschilderde raam in het trappenhuis dat de lente verbeeldt in Rams Woerthe: “Moet je je voorstellen dat dit prachtige kunstwerk destijds in Delft is gemaakt en helemaal hierheen is vervoerd. Per boot!” Een wonder ook, ieder jaar opnieuw, dat na het grauwe van de winter ineens overal dat prille groen naar boven komt: “Ik hou erg van de lente en blijf me verbazen. Zo zie je hier ineens het groen van de meidoorn overal. In Nationaal Park Weerribben-Wieden kan ik erg van alle seizoenen genieten. Het is niet altijd mooi weer en op zo’n plek als Rams Woerthe kun je, wanneer je binnen bent, toch enorm genieten van de schoonheid van de natuur. Daarmee vult dit huis het Nationaal Park Weerribben-Wieden, op een net iets andere manier, goed aan.” Verknocht is Inge aan Rams Woerthe: “Landgoed Rams Woerthe is ontstaan vanuit de liefde voor de natuur. De familie Tromp Meesters kon het zich permitteren, maar ze déden het ook en lieten dit prachtige huis bouwen. Vervoer over het water was belangrijk in die tijd. De familie handelde in hout en verdiende daar goed aan. Vanuit het buitenland werd hout geïmporteerd, waarna het hier in fabrieken aan het water werd verzaagd en verhandeld. In die jaren keek je zo op de Steenwijker Aa uit. Het park dat nu achter het huis is, was toen weiland dat doorsneden werd door een ondiep stroompje. Via dit vaartje brachten turfstekers hun lading naar Steenwijkerland. De familie heeft het omgelegd. Voor de aanleg van het park liet meneer Tromp Meesters bomen van 40 jaar oud aanrukken. Ooit was het privédomein, nu is het een stadspark. Al vanaf het begin hebben er damherten rondgelopen. Water is altijd belangrijk geweest voor dit gebied. De waterwegen zorgden voor inkomsten. Toen dat vervoer over water minder werd, kreeg dit gebied echt een dip. Dankzij het toerisme en recreatie is water inmiddels weer een belangrijke factor geworden. Dit gebied maakt me trots. Ik ben import, maar het gebied heeft mij omarmd en ik heb het gebied omarmd.

Liefde voor de natuur

Inge zou graag het bewustzijn willen doorgeven dat er zonder natuur geen leven mogelijk is: “Zelf ben ik buiten opgegroeid, dan krijg je de liefde voor en het belang van de natuur van jongs af aan mee. In de stad is het anders. Je weet dat er natuur is, maar je kijkt er toch met iets meer afstand tegenaan. Dat andere mensen kunnen genieten van mooie plekken, dat hoopt Inge ook: “Zelf woon ik een flink stuk van de weg af, middenin de natuur. Over een jaar zwaai ik af als coördinator. Thuis hebben we een gastenverblijf, daaraan wil ik dan meer tijd gaan besteden. Ook willen we ons eigen gebied zo natuurvriendelijk mogelijk houden. Er leven onder meer reeën en dassen. Zelf houden we bijen, maar doen we ook ons best om natuurbijen een plek te geven.”

Tip je vrienden

twitter facebook