navigatie overslaan

“Handmade” of door de tijd geboetseerd

  • Geschreven door Jolanda
  • 5 minuten leestijd
  • 1537 x bekeken

Lees hier over:

  • Het verdronken dorp Beulake

  • Het Hoge Land van Vollenhove

  • De kloostermuur in Sint-Jansklooster

  • De bunker van Paasloo

Lees hier meer over de zuiderzeestadjes

Wat je ook ziet in De Weerribben en De Wieden, het is ooit op de schop geweest. Geen vlek bleef onaangetast. Wat oernatuur lijkt is “handmade”. Andere arealen in de Kop van Overijssel zijn juist letterlijk door tijd en elementen geboetseerd. Zoals het Hoge Land van Vollenhove en de grote stuwwal bij Steenwijk, die hun gewelfde vormen danken aan de ijstijd. Het landschap laat zich lezen als een spannende streekroman.

De oude vestingstad Steenwijk, met z’n middeleeuwse stadswallen, ligt op de grens van twee werelden. Precies tussen de hogere heuvelruggen en het laaggelegen waterland, samen de charme van het Weerribben-Wiedenpad. Het verleden maakte een onuitwisbare indruk op het karakter van de streek.

Het verdronken dorp Beulake

Ooit bestonden grote delen van dit gebied uit veenmoeras. Van de veenbagger kon turf worden gemaakt: brandstof. Rond 1500 kwamen de eerste ontginningen op gang, met roofbouw tot gevolg. Het vervenen gebeurde op grote schaal, water en wind kregen vrij spel. De Zuiderzee sloeg steeds meer land weg en tijdens de grote watersnood van 1776 werd het dorpje Beulake verzwolgen, waar nu de Beulakerwijde ligt. Stormvloed en rampspoed stonden dus aan de basis van De Wieden, van de grote meren. In De Weerribben, waar de vervening later op gang kwam, pakten de turfstekers het veiliger aan. Er werd zorgvuldig gewerkt aan het nu zo kenmerkende patroon van weren (trekgaten waaruit het veen werd gebaggerd) en ribben (legakkers waarop het te drogen werd gelegd), die niet smaller mochten zijn dan 3 meter.

Het verdronken dorp Beulake
Het verdronken dorp Beulake

Zwerfstenen met het ijs op reis

Een sterk contrast met die lage veengebieden vormen de contouren van De Eese, De Woldberg en De Bult (op het hoogste punt 25 meter) en het Hoge Land van Vollenhove (een heuvel van 10 meter). Het zijn stuwwallen uit de voorlaatste ijstijd. Landijs uit Scandinavië liet op zijn reis naar het zuiden keileem en reusachtige zwerfstenen achter. Wandelend of fietsend voel je lijflijk hoe het land glooit. Bewijsmateriaal is er ook trouwens: bezoek de imposante verzamelingen zwerfstenen van twee geologische monumenten, De Zandkoele (Heetveld) en Wolterholten (Baars). Of loop langs de pingoruïne op De Woldberg. Geen gewoon meertje! Deze ringvormige krater in het bos is stille getuige van een gebied dat werd gekneed door kruiend ijs en gletsjertongen.

Het verleden maakte een onuitwisbare indruk op het karakter van de streek

Vollenhove, land van aanzien

Hier had je droge voeten, dus werd het Hoge Land al in de vroegste geschiedenis bewoond. Land van aanzien met grote geestelijke en bestuurlijke betekenis. De bisschop van Utrecht kreeg al rond het jaar 1000 het recht om rond “Fulnaho” op elanden te jagen. De kerkvorst had hier zijn buitenverblijf en in zijn kielzog volgden vele edelen die voorname huizen lieten bouwen. In de Gouden Eeuw telde Vollenhove liefst zeventien havezaten en daaraan dankt het nog de naam “stad der paleizen”.

Oldruitenborgh
Oldruitenborgh

Kasteelruïne

Veel van die paleizen zijn verdwenen, toch ademt Vollenhove nog allure. Wandel maar eens door het stadspark Oldruitenborgh, knijp bij de ruïne je ogen tot spleetjes en je ziet kasteel Toutenburg haast weer in volle glorie staan. Het statige renaissanceslot was ooit Overijssels grootste woonkasteel. Wie z’n fantasie de vrije loop laat, hoort de echo van eeuwen resoneren tussen de stenen restanten. Wapengekletter in de harnaskamer. De ruisende rokken van freules aan de thee.

Een stukje kloostermuur

Het Hoge Land van Vollenhove gaf bodemschatten prijs, die de geologische en geografische waarde van de streek onderstrepen. Zoals een stukje kloostermuur van het Convent op de Sint Janskamp. Twee eeuwen lang, tussen 1399 en 1581 leidden monniken hier een ingetogen bestaan in armoede en gehoorzaamheid. Het loze stukje muur aan de Kloosterweg in Sint Jansklooster werd gerestaureerd. Daarachter, aan de horizon, gloort de Beulakerwijde. Het wateroppervlak glinstert als een handvol diamanten in de ochtendzon.

Kloostermuur Sint Jansklooster
Kloostermuur Sint Jansklooster

Grafheuvels en karrensporen

Het landschap lezen op landgoed Heerlijkheid De Eese, dat is als bladeren door een vuistdikke encyclopedie. Zelfs uit de prehistorie zijn nog archeologische relicten gevonden, zoals grafheuvels en werkgerei van hunebedbouwers. Dwars door de heide liggen middeleeuwse karrensporen die wijzen op het levendige handelsverkeer vanuit de vestingstad Steenwijk. En in aarden wallen herkent het geoefende oog erfafscheidingen en landweren, die als verdedigingswerk tegen vijandelijk volk werden opgeworpen.

Oorlogspuin op het bospad

Maar we hoeven niet eens zo ver terug op onze tijdreis. De oplettende wandelaar voelt ook gesteente van recentere datum onder z’n schoenzolen: het zijn de puinresten van de Tweede Wereldoorlog, afkomstig uit het gebombardeerde Rotterdam. Sommige bospaden zijn er – gewoon uit praktisch oogpunt – door de Duitse bezetter mee verhard, zodat het munitiedepot op landgoed De Eese beter bereikbaar was.

Wandelpad bij landgoed de Eese
Wandelpad bij landgoed de Eese

De bunker van Paasloo

Over depots gesproken. Om de vaderlandse cultuurschatten te beschermen tegen het oorlogsgeweld tussen ’40 en ’45 werden doeken van meesterschilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer en Frans Hals opgeslagen in een bunker bij Paasloo. “Paasloo’s Pantheon” werd opgetrokken uit staal, beton en cement, met muren van viereneenhalve meter dik. Het reusachtige rijksmonument staat nog altijd verscholen in het groen. Een kolos in het landschap.

Wat vind je van de informatie op deze pagina?

Geschreven door Jolanda