Een vesting tussen hellingen en moerassen
- 5 minuten leestijd
- 2891 x bekeken
Wie houdt van een afwisselend landschap zet een bezoek aan Steenwijk en omgeving hoog op de bucketlist. Bezoekers ontdekken rondom de eeuwenoude Vestingstad voortdurend verrassingen. Binnen een paar kilometer verandert een heuvelachtig landschap in een decor van mystieke meren en magische moerassen. In het midden ligt het karakteristieke en gezellige Steenwijk. Hoe dat bijzondere landschap is ontstaan? Dat lees je hier.
Eerst maar eens de naam van de vestingstad. Steenwijk heet niet voor niet Steenwijk. Ooit lag de omgeving van de stad bezaaid met ontelbare keien en stenen. Vermoedelijk kreeg Steenwijk daarmee grote bekendheid in de rest van het land. Veel van die stenen belandden uiteindelijk in straten, stadswallen of op dijken door heel Nederland. Zo bekeken ligt door het hele land een stukje Steenwijk.
De strijd van het verleden en de sfeer van het heden
IJsvlaktes en stuwwallen
Dat rondom Steenwijk zoveel stenen lagen heeft alles te maken met de voorlaatste ijstijd. Zeker honderdduizend jaren geleden zorgde extreme kou voor een grote ijsvlakte. Het ijs van de Noordpool reikte tot het gebied rondom het huidige Steenwijk aan toe. Een tientallen meters dik pak ijs duwde enorme partijen stenen uit pakweg Zweden en Polen deze kant op. Ze zorgden voor de stuwwallen die kenmerkend zijn voor het gebied aan de noord- en oostkant van de stad.
Tientallen meters hoog
Ooit staken de stuwwallen tientallen meters boven de grond uit. Dankzij erosie en bodemafzetting zijn de hoogteverschillen tegenwoordig veel minder groot. Toch zijn bijvoorbeeld de Woldberg en de Havelterberg nog steeds hellingen die de argeloze voorbijganger doet vermoeden dat hij in Zuid-Limburg is beland. Bovenop de pukkels wacht een schitterend uitzicht over de regio. De imposante geschiedenis van de streek is bijvoorbeeld bij dezelfde Woldberg goed zichtbaar. Bij Geologisch Monument Wolterholten liggen 143 zwerfstenen.
Steenboetes
De stenen speelden lang een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de vroegere Steenwijkers. Wie de wet overtrad moest letterlijk een steentje bijdragen. Misdadigers kregen steengoede straffen, al dachten ze daar vermoedelijk zelf anders over. Wie bij een vechtpartij zijn mes trok, kon zomaar een ‘steenboete’ van ‘zesduizend stenen rapen’ krijgen. Met opzet iemands vinger afsnijden? Dan mag je na afloop zevenduizend veldkeien sjouwen. Het gezegde ‘wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ heeft in Steenwijk kortom een iets andere betekenis.
Grafheuvels en hunebedden
De stad Steenwijk komt al in de 11e eeuw voor in de analen. Al veel eerder woonden in deze streek mensen. Dat is bijvoorbeeld te zien bij het markante Landgoed de Eese, niet ver buiten de stad. Naast veel zwerfkeien zijn in dit gebied ook fascinerende grafheuvels te zien. Ook op de Havelterberg ligt een imposant bewijs van vroegere bewoning. Kinderen klimmen klauteren daar graag op een groot hunebed. Net zoals De Eese en de Woldberg nodigt deze Havelterberg, bij het Holtingerveld, ook uit tot lange of korte wandelingen.
Hoog land
Steenwijk is tegenwoordig de kernstad van Steenwijkerland. In het zuiden van deze gemeente liggen Sint Jansklooster en Vollenhove waar het landschap ook wat glooit. Tussen het hoge land van Steenwijk en dit gebied liggen de moerasgebieden Wieden en Weerribben. Een sterker landschappelijk contrast is nauwelijks denkbaar.
Wieden en Weerribben zijn gemaakt door de noeste arbeid van rietsnijders en turfstekers. Die veenden de gebieden uit en voorzagen daarmee heel Nederland van brandstof. De ontginningen schoten uiteindelijk zover door dat het water vrij spel kreeg. De grote meren herinneren aan die tijd. Andere wateren rondom Steenwijk zijn juist het gevolg van de eerdere ijstijd. Ze ontstonden door het smeltwater.
Garnizoensstad
Bijna net zo indrukwekkend als het afwisselende landschap rondom Steenwijk zijn de stadswallen. Die nodigen tegenwoordig uit tot een ontspannen wandeling. Vroeger was dat wel anders. Ze zijn bepaald niet voor de recreatie gebouwd. Zeker deze regio kende in de middeleeuwen nog veel minder wegen dan nu. Steenwijk groeide daardoor uit tot ‘sleutel naar het noorden’. Het was een belangrijk kruispunt voor veel reizigers, of ze nou naar het noorden, het westen, het zuiden of het oosten moesten. Dankzij die strategische ligging groeide Steenwijk al snel uit tot garnizoensstad. Al eeuwenlang is het de thuisbasis van legers. Lees hier meer over de geschiedenis van garnizoensstad Steenwijk
Tachtigjarige Oorlog
Vestingstad Steenwijk krijgt vanaf de 15e eeuw de vorm die in de 21e eeuw nog voor een deel zichtbaar is. Rond 1600 bereikt de vesting met de grachten, wallen en acht bolwerken haar hoogtepunt. Vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog vormen ze het decor van wreed oorlogsgeweld. Afwisselend waren de Spanjaarden, de Geuzen en het Staatse leger de baas in Steenwijk. Onder leiding van Johan van den Kornput krijgen de Staatse troepen het in 1581 na een lang beleg weer voor het zeggen. Opnieuw niet voor lang. Een jaar later heroveren de Spanjaarden de stad. Tien dramatische jaren volgen voor Steenwijk en omgeving. Pas nadat stadhouder Maurits en het Staatste leger in 1592 Steenwijk innemen, treedt de rust enigszins terug. Veel inwoners maken dat door alle verschrikkingen niet meer mee. Ook dodelijke ziektes slaan keihard toe.
Gezellig Steenwijk
Natuurverschijnselen en het keiharde werken van bewoners leverden dus het huidige Steenwijk met de afwisselende landschappen op. Bij elkaar vormen ze een gebied waar bezoekers en toeristen graag neerstrijken. Ze ontdekken vanuit het sfeervolle Steenwijk Nationaal Park Weerribben-Wieden en de andere parels in de omgeving.